Heb jij een moeilijk beroep? vragen twee jongens van 8 en 13 jaar mij
Wat een bijzondere vraag, die heb ik nog niet eerder van een kind gekregen. De uitvaart van hun opa is net achter de rug, we zijn voor de condoleance in de koffiekamer bij de begraafplaats. De kleinzoon van 5 jaar rent inmiddels rond de tafeltjes, met zijn oudere broer en neefje achter hem aan, even ontladen. En dan komt die vraag.
Ik antwoord dat ik het bijzonder vind dat zij dit aan mij vragen. En dat het natuurlijk best een moeilijk beroep is, omdat er vaak veel verdriet is voor de familie, zoals nu voor hen, nu ze hun opa plotseling moeten missen, maar dat het ook een heel mooi beroep is, omdat ik zoveel moois aan herinneringen en liefde zie. En dat was ook zo bij het afscheid van hun opa. Ze hebben goed meegeholpen, geschilderd op de kist, de kleurige bloemenband eromheen, ik mocht hun herinneringen vertellen (Heb ik het goed verteld?), zij hielpen mee de loopkoets naar het graf te duwen. Dat ik het fijn vind te helpen bij de uitvaart, dat we dat samen goed hebben gedaan.
Daarna kletsen we nog even gezellig door. De oudste vertelt dat hij na de Kerstvakantie, als hij weer naar school gaat, iedere dag langs het huis van zijn opa fietst en dat dat moeilijk zal zijn. Zijn ouders hebben met hem afgesproken dat ze de eerste tijd samen zullen fietsen.
Als het tijd is om te gaan neem ik hartelijk afscheid van de familie en van de uitvaartbegeleidster. Binnenkort bel ik ze nog om na te praten en ik maak nog een een boekje met alle teksten.
Ik stap in de auto en zet hard de muziek aan, met het lied dat klonk tijdens de uitvaart: Wish you were here van Rednex. Want ook ik moet even ontladen na intensieve dagen om dit afscheid samen met de familie zo goed mogelijk voor te bereiden. Mijn gedachten lopen het proces van eerste telefoontje tot nu nog eens langs. Het gesprek met de kinderen in het nu lege huis van hun vader, de uitwisseling per mail en telefoon om alle teksten goed op elkaar aan te laten sluiten, het schrijven van verbindende en troostende woorden, het maken van een PowerPoint. Zorgen dat alles op tijd bij het crematorium is, omgaan met tijdsdruk (waarom wil mijn mail net nu niet verzenden?).
En ja, niet alles loopt van een leien dakje, maar dat speelt zich achter de schermen af. De hele week blijk ik de verkeerde tijd in mijn hoofd te hebben waarop ik moet vertrekken naar het crematorium. Terwijl ik ’s morgens thuis nog met natte haren rondloop, realiseer ik me in een flits dat ik me een half uur in de tijd vergis. Hoe is dit toch mogelijk? Ik probeer kalm te blijven terwijl ik snel mijn haren droog, wat oogschaduw en lipstick op doe, geen tijd voor mijn havermoutpap, dus snel een banaantje eten, spullen in mijn tas en hup de auto in om toch nog ruim op tijd aan te komen. De uitvaartbegeleidster is geveld door griep, maar er is een aardige en goede vervangster die alles vloeiend oppakt en waarmee het heel fijn samenwerken is.
De rouwauto rijdt voor en terwijl de kist op de baar wordt geplaatst, loopt hoorbaar de achterband leeg. De chauffeur merkt het ook, maar blijft onbewogen staan. Als iedereen binnen is en ik er iets over opmerk zegt hij alleen maar: Komt goed! en hij rijdt rustig weg. Geen idee hoe hij dit opgelost heeft.
En dat is ook precies wat de overledene altijd zei: Het komt goed. Al regent het bakstenen, het wordt wel weer licht. Het is een grijze, mistige regenachtige dag, maar als we na de dienst met de familie en de loopkoets richting het graf lopen is het droog.
Ja, het is soms best een moeilijk beroep, het onvoorspelbare, de tijdsdruk, het verdriet, het zoeken naar de goede woorden, maar als alles dan samenkomt in een afscheid dat klopt en goed voelt, dan is het heel vervullend en dankbaar werk. Uiteraard doe ik het niet alleen, maar in goede samenwerking met de uitvaartbegeleider en de mensen die achter de schermen dit mogelijk maken.
In de loop van de middag weer thuis eet ik eerst mijn havermoutpap op en ga daarna mijn kerstinkopen doen.